Als baby’s beginnen met praten, gebruiken ze eenlettergrepige klanken. Pas later brengen ze verschillende klanken samen en ontstaat gebrabbel. Een onderzoek van de wetenschappers van de Universiteit van New York suggereert dat het samenvoegen van de klanken tot een vast patroon een langdurig proces is en dus niet, zoals gedacht, is aangeboren. Dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor vogels. Om te kijken naar de manier waarop baby’s leren klanken aaneen te rijgen, luisterden de onderzoekers naar de opnames van negen baby’s. Ook hier ontdekten ze dat het door elkaar gebruiken van klanken niet zomaar gebeurde, maar dat dit zich langzaam ontwikkelde gedurende een periode van twintig tot dertig weken. (Bron: VK)
