“Als het gaat om regie over de eigen gezondheid probeer ik in feite het zelfmanagement te vergroten bij mijn cliënten”, zegt sportdiëtist Jacqueline Kuperus. Zij studeerde Voeding en Diëtetiek in Groningen en specialiseerde zich later met een post hbo-opleiding tot sportdiëtist. Jacqueline heeft haar eigen praktijk, To The Top, voor coaching en voedingsadvies. Tevens werkt ze voor diverse opleidingsinstituten waaronder Pro Education. Voor de hbo-opleiding Voeding en Diëtetiek voert ze diverse docentwerkzaamheden uit en is ze lid van het kernteam.
“Ik heb me verdiept in de sportdiëtetiek omdat ik indertijd zelf enorm veel sportte”, vertelt Jacqueline in haar kantoor in Zwammerdam. “Ik was en ben ervan overtuigd dat voeding een belangrijke rol speelt bij gezondheid in het algemeen, maar natuurlijk ook bij sportprestaties specifiek. Als sportdiëtist weet je dat voeding daar net het verschil kan maken tussen winnen en verliezen.”
Na haar opleiding begon ze vrij snel voor zichzelf als sportdiëtist. “Daarnaast behandelde ik cliënten met gewichtsproblematiek en veelvoorkomende ziektebeelden. Samen met een collega met wie ik toen To The Top was gestart, begon ik ook met het verzorgen van cursussen om een gezonde leefstijl te promoten, waarbij overgewicht een belangrijk aandachtspunt was. Deze collega had ook de ALO (Academie Lichamelijke Opvoeding) gedaan. Dat vond ik wel stoer, want zij kon ook sportlessen geven. Dat wilde ik ook wel, want wij wisten dat alleen met voeding bezig zijn niet genoeg was. Dus ben ik gestart met opleidingen om fitness- en aerobiclessen te kunnen geven.”
“In die tijd kwam ik ook bij AFC Ajax terecht en werkte daar elf jaar als sportdiëtist”, vertelt Jacqueline. “Dat was heel gevarieerd, want ik behandelde spelers van de jeugd tot het eerste elftal. Elk voedingsadvies is persoonsgebonden en afhankelijk van onder meer leeftijd en inspanningsintensiteit waarbij natuurlijk de persoonlijke situatie ook een rol speelt. Er is veel verschil tussen een jongetje van acht, bij wie de ouders een belangrijke taak vervullen, en een speler die net op kamers zit en voor zichzelf moet gaan zorgen. Als sportdiëtist is het belangrijk dat je inzicht hebt in de situatie voor het geven van een juist voedingsadvies.”
Daarnaast werkte ze bij Het Nationale Ballet, waarbij het ook om topsport gaat. “Bij topsport gaat het naast focus op training ook om een gerichte en doelbewuste focus op voeding. Als topsporter wil je het optimale halen uit je individuele prestaties. Het gaat om het vinden van de juiste balans tussen een optimaal eetpatroon en sportprestaties. Dat verschilt per individu en per sport en is elke keer weer een mooie uitdaging”, aldus Jacqueline.
“Maar ik wilde meer grip krijgen op het coachende deel van mijn werk, dus volgde ik diverse coachingsopleidingen”, vervolgt ze haar verhaal. “Daarmee had ik de driehoek toen al compleet waarover het bij gecombineerde leefstijlinterventie tegenwoordig ook gaat: bewegen, voeding én mentale coaching.”
“Met goede coaching kun je je cliënten helpen om de regie over hun eigen gezondheid te pakken”, legt ze uit. “Als je het slim aanpakt hoeft gezond eten ook niet altijd duurder te zijn. Als je gebruikmaakt van seizoengroentes is dat vaak voordeliger en je hoeft ook niet dagelijks vlees te eten. Peulvruchten en eieren zijn prima varianten. Ik kijk samen met de cliënt hoe tot een optimaal advies te komen. Daarbij rekening houdend met de persoonlijke situatie.”
“Als coach hanteer je ook strategieën om mensen te helpen om terugvalgedrag te voorkomen. Je kunt ze bijvoorbeeld leren inzien wat de reden is dat ze telkens terugvallen in hun oude gedrag. Ze worden zich dan bewust van hun zwakke plekken. Iemand trekt bijvoorbeeld ’s avonds bij de tv op de automatische piloot altijd die zak chips open. Als hij dit beseft, kan hij dat gedrag gaan veranderen. Een andere strategie is het maken van een stappenplan. Dat werkt bij veel mensen heel goed. Een aandachtspunt is om te kijken waar het gedrag door wordt veroorzaakt. Emotie-eten bijvoorbeeld. Als je bij een bepaalde gemoedstoestand naar de chocola grijpt, kun je ook kijken of je iets aan de oorzaak van die toestand kunt doen.”
“Behalve mensen bewust maken van gedrag, kun je mensen ook helpen met gedragsverandering door ze hun eigen keuzes te laten maken. Waar willen ze graag mee beginnen bij twee te veranderen componenten. Stoppen met roken? Of stoppen met alcohol drinken? Zelf bepalen wat prioriteit heeft kan mensen helpen.”
“Als deskundige is het niet de bedoeling dat jij het voor je cliënt oplost”, tekent ze daar wel bij aan. “De oplossing ligt bij de cliënt zelf. Wij moeten hem of haar als deskundige helpen te bepalen hoe hij of zij wil veranderen. De motivatie is er al, want dat blijkt uit het feit dat ze naar je toekomen. Dan moet je met kleine stapjes beginnen. Zo kun je vertrouwen creëren. En als dat vertrouwen er is, kun je het zelfmanagement vaak ook gemakkelijker versterken. Daarvoor is het ook belangrijk dat je er als hulpverlener zelf vertrouwen in hebt dat het goed komt. Als je dat uitstraalt en er zelf in gelooft, dan voelt een cliënt dat ook meteen en is de kans op slagen veel groter!”