“Ik zet liever iets goeds neer dan dat ik er rijk van word.”

Thema's

Thema's

“Ik zet liever iets goeds neer dan dat ik er rijk van word.”

“Voor mij is het bij de behandeling van kinderen heel belangrijk om samen te werken met andere disciplines. Werken met een multidisciplinair team is heel fijn, want je kunt de behandeling van kinderen niet zomaar uit elkaar trekken. Het is heel belangrijk om informatie bij de behandelingspartners op te halen. En dan moet je jezelf soms ook afvragen of het kind bij jou wel goed zit of misschien beter af is bij een andere behandelaar.”

Haar gedrevenheid en passie klinken duidelijk door als kinderfysiotherapeute Karen Visman (59) het over haar werk heeft. Twintig jaar geleden startte ze de Praktijk Kinderfysiotherapie Amsterdam. “Na mijn opleiding heb ik me gespecialiseerd tot kinderfysiotherapeut en aanvullend de opleiding sensorische informatieverwerking gedaan”, vertelt Karen. “Ik ben mijn eigen praktijk gestart omdat ik echt een andere, onderscheidende werkwijze wil hanteren. De praktijk is gevestigd in het pand van Medisch Orthopedagogisch Centrum ’t Kabouterhuis. Die samenwerking biedt veel mogelijkheden en brengt extra kennis met zich mee, want naast de fysiotherapeuten en ergotherapeuten die in mijn praktijk werken, kan ik ook samenwerken met bijvoorbeeld orthopedagogen en logopedisten.”

Floortime in Amerika
“Twaalf jaar geleden deed ik een workshop Floortime en toen heb ik me impulsief ingeschreven voor de opleiding Floortime in Amerika. Deze masteropleiding is heel breed en multidisciplinair.” Als Floortime-professional geeft Karen de Cursus Floortime/DIR voor professionals bij Pro Education. “We halen met deze cursus een heel hoge tevredenheidsscore”, vult ze met gepaste trots aan.

“Ik wil vooral uitdragen dat samenwerken heel belangrijk is. Niet alleen met andere behandelaars, maar zeker ook met de ouders van het kind. Zij zijn de professionals van hun eigen kind. Daarom moeten ze ook gehoord en betrokken worden. Als je de ouders niet meekrijgt, is de strijd eigenlijk niet aan te gaan. Dat werd me zo´n twintig jaar geleden ineens heel duidelijk toen er een meisje bij me kwam met een ernstige hersenbeschadiging. Ik heb toen aan de moeder gevraagd wat zij nou belangrijk vond. Het vertrouwen van de ouders is heel belangrijk voor de ontwikkeling van zo´n kind. In dit geval heeft het zo positief gewerkt dat het meisje inmiddels al een universitaire studie heeft afgerond.”

Team van behandelaars
“Anderhalf jaar geleden zijn we gestart met een groep kinderrevalidatie dagopvang, in samenwerking met Verpleegkundig Kinderdagverblijf Zigzag. Op die groep staat een team van verschillende behandelaars en we betrekken de ouders er ook bij. Zij moeten zich ook lid van team voelen in plaats van dat het idee krijgen dat ze buitenspel worden gezet. Na een jaar hebben we deze aanpak geëvalueerd met de ouders en zij gaven heel hoge punten.”

“We hebben daarnaast nog drie interventiegroepen”, gaat de therapeute verder. “Een groep voor jonge kinderen waarvan de ouders en omgeving als kinderdagverblijf, voorschool of basisschool vragen hebben over het gedrag, een groep voor peuters met vermoeden van autisme en/of een ontwikkelingsachterstand en een groep voor kinderen met syndroom van Down. In deze groepen kunnen we ze goed observeren en ook de ouders laten zien hoe hun kinderen zijn in een andere omgeving. Voor de kinderen is het ook prettig. Vaak gaan ze naar een school met kinderen die een andere ontwikkeling hebben en daar zijn ze vaak de langzaamste of de laatste. In deze groepen kunnen ze ook een keer de beste of de eerste zijn. En wij kunnen vanuit verschillende disciplines, met ouders bekijken wat de beste volgende stap voor het kind is.

Sticker plakken
“Voor ons is de diagnose eigenlijk niet eens zo belangrijk. Je kunt op een kind wel een sticker plakken met autisme of ADHD, maar de aanpak is niet veel anders. Je moet toch bij elk kind kijken wat het nodig heeft. Daar zijn de ouders heel belangrijk bij en zij leren er heel veel van als ze hun kinderen in de groepjes zien. Als ouders dat zien en zich betrokken en gehoord voelen, willen ze zelf ook leren. En geloof me, alle ouders willen dat het goed gaat met hun kind. En daar willen ze zelf graag aan meewerken. Het is overigens wel een voordeel dat ik nu wat ouder ben. Ze nemen nu veel makkelijker iets van me aan dan toen ik jonger was”, voegt Karen er lachend aan toe.


Eerst bewijzen zien
Financieel is deze manier van werken geen vetpot. Karen steekt veel tijd in het aanvragen van subsidies en onderhandelingen met zorgverzekeraars. “Het is behoorlijk ingewikkeld om subsidie aan te vragen”, vertelt Karen. En de zorgverzekeraars willen eerst bewijzen zien dat een bepaalde behandeling ook echt werkt, voordat ze hem in het pakket opnemen. Daarom zijn we nu alles aan het registreren. Ik verwacht dat we dan over twee jaar genoeg gegevens en cijfers hebben om aan de verzekeraars te kunnen overleggen.”

Hier gaat dus veel energie en tijd in zitten, maar de therapeuten in haar praktijk en de behandelaars waarmee ze samenwerkt, moeten wel worden betaald. Rijk wordt ze er dus niet van. “Maar ik ben ervan overtuigd dat deze manier van werken het beste is en ik zet liever iets goeds neer dan dat ik er rijk van wordt”, zegt Karen vol overtuiging.

Relevante cursussen:

Thema's

Thema's