“Ik breng het principe van Positieve Gezondheid van harte in de praktijk”

Thema's

Thema's

“Ik breng het principe van Positieve Gezondheid van harte in de praktijk”

Al in 2012 introduceerde Machteld Huber een nieuwe definitieve van gezondheid. In dit concept wordt gezondheid niet meer gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. In deze visie is gezondheid niet langer meer strikt het domein van de zorgprofessionals, maar van ons allemaal. Het gaat immers om het vermogen om met veranderende omstandigheden om te kunnen gaan (http://www.allesisgezondheid.nl/content/positieve-gezondheid). Daarmee biedt dit nieuwe gezondheidsconcept een alternatief voor de definitie van de World Health Organization (WHO), die ook mijns inziens niet alleen sterk verouderd is, maar feitelijk geen recht doet aan waar het in het kader van gezondheid om zou moeten gaan.
 
Een positieve ontwikkeling ook, denk ik. Sterker nog, het had wel eerder mogen ontstaan. Vandaar ook mijn verbazing over het feit dat het concept zo tergend langzaam gemeengoed wordt. We zijn alweer zes jaar onderweg (!). Tot mijn grote vreugde zag ik de introductie van de nieuwe definitie van Machteld Huber door het genootschap Fysiotherapie (KNGF) op het jaarlijks congres vorig jaar, op de Dag van de Fysiotherapie. Goed dat de beroepsvereniging hier, eindelijk, expliciet aandacht aan besteedt. Maar wat we met de mond belijden is nog wat anders dan wat we in de praktijk daadwerkelijk doen. En zoals ik het tot op heden ervaar, zit daar nog een behoorlijke kloof tussen.

Jezelf als therapeut overbodig maken

Eigen regie voeren om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan, betekent volgens mij dat je jezelf als therapeut overbodig moet willen maken. Het betekent dat je een coachende rol vervult waarbij je informeert, adviseert en controleert. En loslaat, zodat je patiënt, cliënt of klant ook daadwerkelijk de gelegenheid krijgt om zelf de eigen regie te gaan pakken. Met vallen en opstaan.
 
Wat ik zelf tot op heden in de praktijk veelvuldig tegenkom strookt mijns inziens niet met bovenstaande visie. Allerhande passieve interventies als dry needling, triggerpoint behandeling, medical taping, shockwave en andere behandelvormen worden nog steeds enthousiast in het zorgveld geponeerd als zijnde de oplossing voor een veelvoud van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat. Zonder expliciet aandacht te besteden aan wat betreffende patiënten nou eigenlijk zelf denken over hun aandoening, welk gedrag zij daarbij laten zien en welke invloed zij zelf daarop wellicht willen en kunnen uitoefenen. Zonder deze patiënten goed te informeren, te adviseren én te controleren of het uiteindelijke, herstel belemmerende gedrag wordt aangepast.

Regie moet weer méér naar de hulpverlener

We hebben vooral de mond vol over onze kwaliteit van zorg waarbij we vooral steen en been klagen over tarieven en de invloed van zorgverzekeraars en overheid. Binnenkort begeeft zich weer een groot deel van onze beroepsgroep richting Den Haag om beklag te doen over regelgeving. De regie moet weer méér naar de hulpverlener…
 
Ik vraag me oprecht af hoe kritisch we eigenlijk zijn ten aanzien van ons eigen handelen. Werken wij zo expliciet toe naar eigen regie van de patiënt? Vinden wij het zelf nog verantwoord dat er nog steeds zorgpolissen afgesloten kunnen worden met ‘onbeperkte’ fysiotherapie? Is dat echt therapeutisch verantwoord? Betekent fysiotherapie bij chronische klachten per definitie ‘chronische’ fysiotherapie?
 
Wellicht stof om over na te denken. En, wie de schoen past trekke hem aan.
 
Het initiatief van Huber omarm ik graag, en breng ik van harte in de praktijk. Met een beperkt aantal zittingen.
 
Matthijs Rumke, Fysiotherapeut en docent

Thema's

Thema's