Vanuit de Gezondheidsraad is het advies om minder dierlijk en meer plantaardig te eten. Het aantal mensen dat bewust minder vaak dierlijke producten eet groeit snel. Evenals het aanbod bewerkte plantaardige producten in de winkels, zoals kant-en-klare vleesvervangers en plantaardige dranken. Regelmatig geef ik workshops en webinars over vegetarisch eten. Daarbij merk ik dat het voor veel consumenten onduidelijk is wat hierin gezonde keuzes zijn.
Hoe anders was het toen ik opgroeide in een lacto-ovo vegetarisch gezin. Kant-en-klare vleesvervangers en plantaardige dranken waren er nauwelijks. We aten ongeveer drie keer per week grote porties peulvruchten, kaas en noten in de stamppot en regelmatig een eitje. Hoewel het wat meer creativiteit en tijd kostte in de keuken, wist je wel wat je binnenkreeg. Met de huidige kant-en-klare plantaardige producten is dat minder duidelijk.
Een gemiddelde supermarkt heeft nu een schap vol plantaardige dranken naast de houdbare melk staan. En een schap vol vleesvervangers bij het vlees liggen. De vormgeving van de verpakkingen en zelfs de producten lijken sterk op die van zuivel en vlees. Dat geeft verwarring. Want de samenstelling van nutriënten tussen de dierlijke en plantaardige variant kan sterk verschillen.
Voor wie voor zuivelproducten kiest zijn deze een belangrijke bron van eiwitten, calcium en vitamines B2 en B12 in het menu. Voor wie geen zuivel wil eten zijn die voedingsstoffen ook uit andere voedingsmiddelen te halen. Amandeldrink is echter een minder geschikte bron hiervoor. Dit bevat nauwelijks eiwit. Toch zijn er deelnemers in mijn workshops en webinars die aangeven dat voedingsprofessionals adviseren om amandeldrink ter vervanging van melk te gebruiken, zonder verdere adviezen voor het menu te geven.
Als diëtist kijk je naar de dieetbehoeften inclusief eetwensen en het gehele eetpatroon van een cliënt. Het kan zijn dat een cliënt weinig uit een productgroep eet vanuit ziekte, voedselovergevoeligheid, religie of overtuiging. Om te zorgen dat iemand wel alle voedingsstoffen in de aanbevolen hoeveelheden binnenkrijgt, zijn er alternatieve producten met een soortgelijke samenstelling of aanpassingen in het gehele menu nodig.
Het begint bij het onderzoeken van de dieetbehoeften van de cliënt. Een cliënt die meer plantaardig wil eten kan dat op veel manieren doen. De meeste mensen kiezen ervoor om minder of geheel geen vlees meer te eten, maar nog wel zuivel en eieren. Het kan voorkomen dat een cliënt ook minder of geen eieren en/of zuivel wilt eten. Belangrijk is om goed door te vragen wat een cliënt wel of niet wil eten. Hierdoor voorkom je dat onnodig producten uit het menu worden geschrapt, terwijl juist variatie zo belangrijk is in een gezond eetpatroon.
Uit een voedselfrequentie-onderzoek van GfK in 2022 onder 1629 consumenten bleek dat van de respondenten die zichzelf vegetarisch noemden, 40% aangaf dagelijks of regelmatig vlees te eten. En meer dan de helft van de respondenten die zichzelf veganist noemden, gaven in de vragenlijst aan regelmatig kaas, zuivel en/of eieren te eten. Het is dus belangrijk om goed door te vragen wat iemand werkelijk eet.
Daarnaast is het belangrijk om te weten wat de motivatie is van een cliënt om meer plantaardig te eten. Dit kan bijvoorbeeld vanwege gezondheidsredenen zijn, vanuit dierwelzijn of milieu. Deze motivatie beïnvloedt de productkeuzes. Wil een cliënt die geen vlees wil eten wel reguliere harde kazen eten, waarbij het stremsel uit de magen van geslachte kalveren komt? De keuze ligt uiteraard bij de cliënt. Maar die heeft vaak onvoldoende productkennis om hier bewuste keuzes in te maken.
Informeer je cliënten daarom ook over mogelijke verborgen dierlijke producten. Zoals varkensvet dat kan worden gebruikt bij het klaren van appelsap. Of karmijnzuur, de rode kleurstof die wordt gewonnen uit de cochenilleluis. Je kunt daarbij verwijzen naar de website van de Vegetariërsbond. Hierop staat een lijst met ingrediënten en producten die mogelijk niet vegetarisch of veganistisch zijn, terwijl veel consumenten dat wel verwachten.
Wanneer je een goed beeld hebt van de dieetbehoefte van de cliënt en je duidelijk weet wat die wel en niet wil eten, kun je een passend advies geven over het gebruik van bewerkte plantaardige producten. Hoewel het algemene advies is om meer plantaardig te eten, betekent dat niet dat alle plantaardige producten een gezonde samenstelling hebben.
In een recent onderzoek van de Consumentenbond werden 75 vegetarische en veganistische burgers uit diverse supermarkten onderzocht. Hoewel de meeste vegaburgers wel gezonder zijn dan hamburgers van rundvlees, bleek twee derde van de onderzochte producten veel zout en/of verzadigd vet te bevatten.
Vegaburgers zijn gemaakt van bijvoorbeeld soja, noten, erwteneiwit of groente. Een burger op basis van groente zal al snel veel minder eiwit bevatten dan vlees. Van de 27 vegaburgers die niet veel zout en/of verzadigd vet bevatten, bleek slecht een handvol vergelijkbare hoeveelheden eiwit, ijzer en vitamine B12 te bevatten als vlees. Dat maakt de producten niet ongezond om te eten. Wel heeft een cliënt deze voedingsstoffen dan nodig uit andere producten uit zijn of haar menu. Als diëtist kijk je daarom naar het gehele eetpatroon.
Het liefst halen we onze voedingsstoffen uit producten die zo min mogelijk bewerkt zijn. Voor vegetariërs is het eten van meer peulvruchten en noten bijvoorbeeld belangrijk. Deze stap is voor veel mensen te groot. Zij hebben voorkeur voor het gebruik van kant-en-klare plantaardige producten. Op de website van het Voedingscentrum kun je zien welke voedingsstof een kant-en-klare vleesvervanger dient te bevatten om werkelijk een vervanger voor vlees te zijn. Je kunt er ook lezen wat goede plantaardige alternatieven voor zuivel zijn. Daarmee kan je je cliënten beter begeleiden bij het maken van gezonde keuzes tussen bewerkte plantaardige producten.
Heeft Isabelle je nieuwsgieriger gemaakt naar het werk van een diëtist of voedingsdeskundige? Lees ook haar blog over de diëtist als ondernemer. Als je juist op zoek bent naar verdiepende cursussen, dan zijn de volgende suggesties wellicht zeer interessant:
Isabelle Groenstege - voedingsdeskundige
Isabelle is voedingsmiddelentechnoloog BSc en voedingsdeskundige MSc en werkt voornamelijk met groepen. Zij ontwikkelt educatiematerialen en verzorgt workshops en lessen in voeding en leefstijl vanuit haar bedrijf My FoodStyle. Haar kennis en ervaringen in de groepsvoorlichting deelt zij via praktijkvoorbeelden en tips met voedingsdeskundigen en diëtisten.